Noors

Woordafbreking
  • vin·nas
Naar frequentie > 50000

Zelfstandig naamwoord

vinnas, v

  1. bepaalde vorm genitief enkelvoud van vinne
Schrijfwijzen


Nynorsk

Werkwoord

vinnas

  1. verouderde spelling of vorm van vinnast tot 2012
(verouderd) lijdende vorm van vinna en vinne (betekenis [A]: oogsten)

Werkwoord

vinnas

  1. verouderde spelling of vorm van vinnast tot 2012
(verouderd) lijdende vorm van vinna en vinne (betekenis [B]: winnen)