vingerloos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vingerloos (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vin·ger·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vingerloos | vingerlozer | vingerloost |
verbogen | vingerloze | vingerlozere | vingerlooste |
partitief | vingerloos | vingerlozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vingerloos
- zonder vinger
- Om in een koude omgving toch te kunnen gitaarspelen gebruik ik vingerloze handschoenen.
Gangbaarheid
- Het woord 'vingerloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.