viertalig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: viertalig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvirtaləx / (3 lettergrepen); predicatief: / virˈtaləx / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- vier·ta·lig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende afleiding van vier (hoofdtelwoord) en taal met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | viertalig |
verbogen | viertalige |
partitief | viertaligs |
Bijvoeglijk naamwoord
viertalig
- in vier talen
- We zouden van de woorden in een viertalig woordenboek, die hetzelfde betekenen, ook kunnen beweren dat ze synoniem zijn. [1]
- vier talen sprekend
- Omdat het onderwijs in vreemde talen al op de basisschool begint is elke moderne Benditaan viertalig: we spreken Spaans en Lahua, de officiële talen, en Engels en Russisch. [2]
Gangbaarheid
- Het woord viertalig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "viertalig" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Moormann, J.G.M. (ed. N. van der Sijs)De geheimtalen. 2002 L.J. Veen, Amsterdam / Antwerpen; p. 42; geraadpleegd 2017-05-24
- ↑ Bedacht, R."Benditania" in:Kempen, M. van (red.)Sirito. 50 Surinaamse vertellingen. (1993) Kennedy Stichting, Paramaribo; ISBN 99914 95452; p. 81; geraadpleegd 2017-05-24
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be