vierdubbel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vierdubbel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvirdʏbəl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- vier·dub·bel
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | vierdubbel |
verbogen | vierdubbele |
partitief | vierdubbels |
Bijvoeglijk naamwoord
vierdubbel
- viermaal zoveel (dus eigenlijk het resultaat van een verdubbeling van een verdubbeling)
- Het vierdubbele van 2 is 8, het vierdubbele van 6 is 24, het vierdubbele van 4 is 16, het is eigenlijk altijd het getal maal 4.
- ▸ Van F. virginiana en F. chiloensis was al bekend dat hun vierdubbele genoom in elk geval het erfelijk materiaal van twee wilde soorten bevatte: de wilde bosaardbei (F. vesca, die op het hele noordelijk halfrond voorkomt) en F. iinumae (uit Japan). Het vermoeden was dat er nog twee vooroudersoorten moesten zijn.[2]
- ▸ Leg de vierdubbel opgevouwen theedoek onder in de pan en zet er de wijnfles op.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord vierdubbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Nienke Beintema“Geteelde aardbei zit vol genen van bosaardbeitje” (25 februari 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Janneke Vreugdenhil“Bonenfiasco” (23 januari 2009) op nrc.nl