Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·be·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van vier en been met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen vierbenig
verbogen vierbenige
partitief vierbenigs

Bijvoeglijk naamwoord

vierbenig

  1. vier benen gebruiken bij het lopen
    • Mensen zijn tweebenige wezels terwijl paarden vierbenig zijn 
    • Mensen met het Uner-Tan syndroom zijn vierbenig want ze lopen op handen en voeten. 

Gangbaarheid