viel voor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- viel voor
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorvallen |
viel voor
- enkelvoud verleden tijd van voorvallen
- Ik viel voor.
- Jij viel voor.
- Hij, zij, het viel voor.
- Ik viel voor.
Opmerkingen
- Het werkwoord komt vrijwel alleen in de derde persoon voor.
Gangbaarheid
- Het woord viel voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.