verwezenlijkt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·we·zen·lijkt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van verwezenlijken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verwezenlijken |
verwezenlijkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwezenlijken
- Jij verwezenlijkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwezenlijken
- Hij verwezenlijkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verwezenlijken
- Verwezenlijkt!
vervoeging van: | verwezenlijken… |
verbogen vorm: | verwezenlijkte |
verwezenlijkt
- voltooid deelwoord van verwezenlijken