verving
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·ving
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verven met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verving | vervingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het geverfd of geschilderd worden
Verwijzingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vervangen |
vervíng
- enkelvoud verleden tijd van vervangen
- Ik verving.
- Jij verving.
- Hij, zij, het verving.
- Ik verving.
Gangbaarheid
- Het woord verving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.