Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·suf·fing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord versuffing versuffingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de versuffingv

  1. het slaperiger, en rustiger worden
     In zo'n ogenblik van versuffing of onoplettendheid blijkt dat ik nog steeds, of meer dan ooit, rekening houd met een terugkeer van Tonio in ons midden.[2]
     Vrieskou of niet, John Jansen van Galen houdt van wandelen. In zijn nieuwe boek Wandelparadijs Nederland schrijft hij over het "wandelwalhalla" dat Nederland met zijn "polderjungle" is. Hij en Rob Trip praten over Johns favoriete wandelgebied en het "aangenaam soort versuffing" dat hij voelt als hij de landschappen in zich opneemt.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  3.   Weblink bron “Podcast: Nicky Verstappen, 200 jaar NAP en het wandelwalhalla” (24-02-2018), NOS