verspreken
- Geluid: verspreken (hulp, bestand)
- ver·spre·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verspreken |
versprak |
versproken |
klasse 4 | volledig |
verspreken
- wederkerend zich ~: een uitspraak doen die men niet zo bedoelde te maken
- De kandidaat versprak zich in zijn toespraak op de verkiezingsbijeenkomst.
1. een uitspraak doen die men niet zo bedoelde te maken
- Het woord verspreken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verspreken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be