Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·spil·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verspilling verspillingen
verkleinwoord verspillinkje verspillinkjes

Zelfstandig naamwoord

de verspillingv

  1. het teloor laten gaan van iets waardevols door nalatigheid
    • De verspilling van de natuurlijke hulpbronnen van de aarde is een bron van grote zorg. 
     Thuis bij oom Hans Olaf, Alice, Ariadne en Sebastian hadden ze jaren geleden alles wat gezien kon worden als verspilling of onmatigheid afgeschaft en eerder een álternatieve kerst'georganiseerd, zoals Ariadne spottend zei.[1]
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be