versificeert
- ver·si·fi·ceert
vervoeging van |
---|
versificeren |
versificeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versificeren
- Jij versificeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versificeren
- Hij versificeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van versificeren
- Versificeert!
- Het woord versificeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.