verschillend
- ver·schil·lend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verschillend | verschillender | verschillendst |
verbogen | verschillende | verschillendere | verschillendste |
partitief | verschillends | verschillenders | - |
verschillend
- niet op elkaar lijkend
- Toen hij thuiskwam zag hij pas dat hij verschillende kleuren had gekocht.
verschillend
- meerdere en telkens andere
- Verschillende mensen hadden hem afgeraden die wereldreis te maken.
1. niet op elkaar lijkend
- verscheiden en verschillend zijn synoniemen waarbij verschillend veel frequenter is.
- Na een bijwoord kan men alleen verschillend gebruiken: zij waren heel verschillende mensen (zij waren heel verscheidene mensen is fout)
vervoeging van: | verschillen |
verbogen vorm: | verschillende |
verschillend
- Het woord verschillend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verschillend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be