Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·sas·te

Werkwoord

vervoeging van
versassen

versaste

  1. enkelvoud verleden tijd van versassen
    • Ik versaste. 
    • Jij versaste. 
    • Hij, zij, het versaste. 
  1. verbogen vorm van versast, voltooid deelwoord van versassen

Gangbaarheid