verover
- ver·over
vervoeging van |
---|
veroveren |
verover
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veroveren
- Ik verover.
- gebiedende wijs van veroveren
- Verover!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veroveren
- Verover je?
- Het woord verover staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.