Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·nauw·de

Werkwoord

vervoeging van
vernauwen

vernauwde

  1. enkelvoud verleden tijd van vernauwen
    • Ik vernauwde. 
    • Jij vernauwde. 
    • Hij, zij, het vernauwde. 
  2. verbogen vorm van vernauwd, voltooid deelwoord van vernauwen