Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·mijd·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vermijdbaar vermijdbaarder vermijdbaarst
verbogen vermijdbare vermijdbaardere vermijdbaarste
partitief vermijdbaars vermijdbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

vermijdbaar [1]

  1. van iets dat het niet noodzakelijk is en dat het voorkomen kan worden
     Zelfs dan zullen mensen nog ontkennen. Ze zeggen dat agent Derek Chauvin getrouwd is met een Aziatische vrouw, dat Floyd besmet was met het coronavirus, dat hij verslaafd was, dat hij is overleden aan hart- en longfalen. Alsof de politieknie maar zijdelings met zijn dood te maken heeft. Alsof het hier geen vermijdbaar onrecht betrof.[2]
     Ballinger zegt dat mensen officieel overlijden aan uitputting, maar dat dat meestal betekent dat hun zuurstof op was nadat ze te lang op extreem grote hoogte hadden doorgebracht. ,,Deze overlijdensgevallen waren volledig vermijdbaar”, zegt hij. ,,En ze zijn veroorzaakt door inschattingsfouten in een moeilijk seizoen met lastig weer.”[3]
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Haro Kraak
    “Waarin zit toch de witte angst om over racisme te praten?” (5 juni 2020), de Volkskrant
  3.   Weblink bron
    Steven Alen
    “Britse klimmer waarschuwt in video voor drukte op Everest, net voor die hem fataal wordt” (27 mei 2019), Tubantia