vermenselijkte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·men·se·lijk·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vermenselijken |
vermenselijkte
- enkelvoud verleden tijd van vermenselijken
- Ik vermenselijkte.
- Jij vermenselijkte.
- Hij, zij, het vermenselijkte.
- Ik vermenselijkte.
- verbogen vorm van vermenselijkt, voltooid deelwoord van vermenselijken
Gangbaarheid
- Het woord vermenselijkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.