verkeerschaos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·keers·cha·os
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verkeerschaos | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- ongeregeldheid van het verkeer
- ▸ Op de Stadhouderskade kwam voorzichtig het spitsuur op gang, maar hier betekende dat nog niet veel meer dan een toename van de hoeveelheid auto's en een grotere verkeerschaos.[2]
- ▸ Bij het circuit van Zandvoort was het druk, maar de gevreesde verkeerschaos is uitgebleven. De organisatie van de Dutch Grand Prix spreekt van een "vloeiende start" van het raceweekend.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord verkeerschaos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Toestroom Zandvoort 'vloeiend verlopen', wel vragen over drukte” (03-09-2021), NOS