Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·jon·gings·kuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verjongingskuur verjongingskuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verjongingskuurv / m

  1. kuur waarbij men er jonger uitgaat zien
    • Wij aten hier voor het laatst in 2003. Toen was de weduwe gezellig, maar ook een tikje slonzig. Onder de nieuwe eigenaar heeft ze een verjongingskuur ondergaan die haar goed is bekomen.[2] 
    • Binnen enkele uren begonnen die cellen zich te splitsen en kregen ze langere telomeren, die dienen ter bescherming van de cellen. Dit gedrag is kenmerkend voor jonge cellen. De oude cellen kregen dus als het ware een verjongingskuur.[3] 
    • Ook analist Berkelder van ABN Amro denkt dat de "verjongingskuur" van Shell het bedrijf helpt om te gaan met lagere olieprijzen. „Shell werkt de laatste tijd flink aan de kosten, zodat een olieprijs van 60 dollar over drie jaar een veel grotere kasstroom oplevert dan nu.”[4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant Mac van Dinther 26 augustus 2017
  3. Tubantia Karolien Koolhof 10-NOVEMBER-2017
  4. NRC Joost Pijpker 30 april 2017