vergroende
- Geluid: vergroende (hulp, bestand)
- ver·groen·de
vervoeging van |
---|
vergroenen |
vergroende
- enkelvoud verleden tijd van vergroenen
- Ik vergroende.
- Jij vergroende.
- Hij, zij, het vergroende.
- Ik vergroende.
- Het woord vergroende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.