vergeven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·ge·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vergeven |
vergaf |
vergeven |
klasse 5 | volledig |
Werkwoord
vergeven
- overgankelijk vergiffenis schenken, iemand een kwade of verkeerde daad niet langer toerekenen
- Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.[2]
- Ik ben bereid het hem te vergeven.
- overgankelijk iemands gezondheid schaden door het toedienen van vergift
- iemand iets schenken
- ▸ Toen het loket in maart voor de eerste keer openging, was het geld ook binnen enkele uren vergeven. Door de grote toestroom ontstonden toen zelfs IT-problemen.[3]
Synoniemen
- [2]:vergiftigen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. vergiffenis schenken
2. vergiftigen
Werkwoord
vervoeging van: | vergeven… |
geen verbogen vorm |
vergeven
- voltooid deelwoord van vergeven
Gangbaarheid
- Het woord vergeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergeven" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ vergeven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Bron: Onzevader
- ↑ Weblink bron “STAP-budget al binnen 2,5 uur op door stortvloed aan aanvragen” (01 juli 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be