• ver·ga
vervoeging van
vergaan

verga

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergaan
    • Ik verga. 
  2. gebiedende wijs van vergaan
    • Verga! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergaan
    • Verga je? 
  4. aanvoegende wijs van vergaan