verenigingsleven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·eni·gings·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vereniging en leven met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verenigingsleven | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het verenigingsleven o
- het gedeelte van maatschappelijke gebeurtenissen dat betrekking heeft op gezelschapsverenigingen
- In veel dorpen was vroeger een levendig verenigingsleven.
Gangbaarheid
- Het woord verenigingsleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.