veredelden
- Geluid: veredelden (hulp, bestand)
- ver·edel·den
vervoeging van |
---|
veredelen |
veredelden
- meervoud verleden tijd van veredelen
- Wij veredelden.
- Jullie veredelden.
- Zij veredelden.
- Wij veredelden.
- Het woord veredelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.