verderzetten
- Geluid: verderzetten (hulp, bestand)
- IPA: /ˈvɛrdərˈzɛtə(n)/
- ver·der·zet·ten
- samenstelling van verder en zetten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verderzetten |
zette verder |
verdergezet |
zwak -t | volledig |
verderzetten
- overgankelijk voortzetten, het blijven doen, verdergaan, voortgaan met.[1][2]
- De koning wil dat Di Rupo zijn opdracht verderzet.
- wederkerend zich ~: doorzetten, voortgaan
- Wat de activiteit van de voertuigen betreft, veronderstellen we dat de huidige ontwikkelingen in de mobiliteit zich verderzetten. [3]
- verder zetten [4] (iets verder van je weg zetten)
- Verderzetten wordt in de betekenis van voortzetten (doorgaan met) niet als standaardtaal beschouwd.[5], maar het komt in Vlaanderen geregeld voor, ook in boeken en officiële documenten.
1. voortzetten, doorgaan met
- Het woord verderzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Taalmail n° 347: verderzetten - voortzetten
- ↑ Dutch Today: Flemish meanings (in het Engels)
- ↑ blz. 203 MIRA-S 2000. Milieu- en natuurrapport Vlaanderen - Scenarios. Marleen Van Steertegem(eindredactie) 2000. ISBN 90-441-1048-9
- ↑ Taalkwesties: verderzetten
- ↑ Taalmail n° 450: verderzetten