verdedigingslinie

Nederlands

 
verdedigingslinie
Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·de·di·gings·li·nie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verdedigingslinie verdedigingslinies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verdedigingsliniev

  1. lijn of grens vanaf waar men de vijand tegenhoudt
     Het eerste deel van de mars verliep vreedzaam. Ongeveer halverwege gebruikte de politie traangas en pepperspray om de demonstranten uit elkaar te drijven. Daarbij werd door de betogers een verdedigingslinie opgezet. Ze gooiden enkelen brandbommen naar de politie.[2]
     Dat de Amerikanen geen duidelijkheid zouden geven over het aantal doden vormde een cruciaal element in de verdedigingslinie van premier Rutte en minister Bijleveld in het debat in november.[3]
     Hamers is ervan overtuigd dat ING de toekomst aan kan. Op de meeste bankzaken wordt namelijk nog voldoende winst gemaakt. "Dat is de eerste verdedigingslinie. Die heb je nodig om de risicokosten op te vangen. Daarnaast heb je onze buffers. Daarmee zitten we bij de hoogste van Europa. Ook in het slechtste scenario kunnen we dit aan."[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Traangas en benzinebommen bij nieuwjaarsdemonstratie Hongkong, 400 arrestaties” (01-01-2020), NOS
  3.   Weblink bron “Bijleveld lichtte Kamer verkeerd in: VS telde zeventig burgerdoden Hawija wel mee” (24-03-2020), NOS
  4.   Weblink bron “Winst ING daalt 40 procent door coronavirus” (08-05-2020), NOS