verarmen
- ver·ar·men
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verarmen |
verarmde |
verarmd |
zwak -d | volledig |
verarmen
- ergatief armer worden
- De bevolking verarmt sterk door de economische crisis.
- ergatief minder divers worden, in aanbod verminderen
- Door de kruisbestuiving verarmt de biodiversiteit.
1. armer worden
- Het woord verarmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verarmen" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be