Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ven·ster·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord venstergat venstergaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het venstergato

  1. (bouwkunde) gat in een muur dat dient als venster
     Joeri Andrejevitsj werd wakker, strekte zich uit naar het vierkante venstergat waaruit het raam verwijderd was, en begon leunend op een elleboog te luisteren.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen