vastnemen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vast·ne·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vastnemen |
nam vast |
vastgenomen |
klasse 4 | volledig |
Werkwoord
vastnemen
- overgankelijk stevig grijpen
- overgankelijk vastpakken en niet meer laten gaan
- overgankelijk (verouderd) met iemand een grap uithalen door hem iets te laten geloven dat niet waar is
Gangbaarheid
- Het woord vastnemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vastnemen" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be