valutahandel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- va·lu·ta·han·del
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van valuta zn en handel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | valutahandel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (financieel) (handel) handel in vreemde valuta
Gangbaarheid
- Het woord valutahandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.