Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·kan·tie·con·cept
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantieconcept vakantieconcepten
verkleinwoord vakantieconceptje vakantieconceptjes

Zelfstandig naamwoord

het vakantieconcepto

  1. idee hoe men een vakantie kan inrichten
     Een ideaal moment dus voor een alternatief vakantieconcept. In Het Laatste Nieuws pakte de touroperator uit met lastminute-tentvakanties naar de zon.[1]
     En in die nieuwe bestemmingen werd uitsluitend op all-inclusive basis gewerkt. Van de kant van de hoteliers en de politiek ondervond men geen enkele weerstand. Die vonden het allemaal prima. Het nieuwe vakantieconcept was een zegen voor hen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    elb
    “Zon met een beetje comfort: de lastminute-tentvakantie” (11/07/2016), De Standaard
  2. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht  , ISBN 90-229-9182-2