Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uur·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uurkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de uurkostenmv

  1. geld dat men per uur moet betalen om ergens gebruik van te kunnen maken
     Interessanter is het in Zweden als je wasmachine stukgaat. Ten opzichte van vorig jaar dan. Want je bent nog steeds veel geld kwijt om hem te repareren. Maar van de uurkosten die de reparateur maakt, krijg je de helft terug van de belastingdienst. Zulke belastingvoordeeltjes heb jij bij ons dan weer niet.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Zweden in 2017: het jaar van de gestöpte sökken” (Woensdag 4 januari 2017, 07:20), NOS