Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Engelse werkwoord speak met het voorvoegsel un- en met het achtervoegsel -ing.
stellend vergrotend overtreffend
unspeaking more unspeaking most unspeaking

Bijvoeglijk naamwoord

unspeaking

  1. zwijgzaam
    «His father, the bronze-smith of the village, was a grim unspeaking man, and since Duny's six brothers were older than he by many years and went one by one from home to farm the land or sail the sea or work as smith in other towns of the Northward Vale, there was no one to bring the child up in tenderness.[1]»
    Zijn vader, de smid van het dorp, was een norse zwijgzame man en daar Duny's broers vele jaren ouder waren dan hij en de een na de ander van huis wegging om het land te bebouwen, de zee te bezeilen of zich in andere steden van de Noordervallei als smid te vestigen, was er niemand die het kind met liefdevolle zorg grootbracht.[2]
Synoniemen

Verwijzingen

  1. Ursula K. Le Guin, A Wizard of Earthsea, 1968 (2004 uitg., ISBN 0553383043)
  2. Frits Oomes (vert.), Machten van Aardzee, 1974 (2000 uitg., ISBN 9027468370)