stellend vergrotend overtreffend
unique more unique most unique

unique

  1. enig, uniek
    «There's no other work of art like this one. It's unique and priceless.»
    Er is geen ander kunstwerk zoals dit. Het is uniek en onbetaalbaar.


  enkelvoud meervoud
  mannelijk  /
  vrouwelijk  
unique uniques

unique

  1. enig, uniek (in zijn soort)
  2. eenmalig
  3. van één richting (van wegen en spoorwegen)
  4. (spreektaal) ongehoord, e.d. (vaak spottend)
    «T'es unique!»
    je bent me er eentje!