uitzoekwerk
- Geluid: uitzoekwerk (hulp, bestand)
- uit·zoek·werk
- samenstelling van uitzoeken ww en werk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitzoekwerk | uitzoekwerken |
verkleinwoord |
het uitzoekwerk o
- de inspanning die men moet leveren om te ontdekken hoe iets werkt
- ▸ Dat vergde uiteraard veel uitzoekwerk en zorgde ervoor dat ik tot diep in de nacht bezig was om stukken te selecteren en door de papiervernietiger te duwen.[1]
- ▸ Wie deze zomer met vliegtuig, trein of veerboot wil reizen naar één of meer landen, moet zich voorbereiden op veel uitzoekwerk, testreserveringssites in vreemde talen en het downloaden van veel apps. Voor een reis deze week van België op en neer naar Nederland, en vervolgens via Luxemburg en Duitsland naar Frankrijk volstond één PCR-test.[2]
- ▸ Volgens Bos is de drempel om met de trein te reizen hoog voor mensen die niet of nauwelijks met de trein reizen. "Je moet nu zogezegd lid worden van de club door een ov-chipkaart aan te schaffen", zegt hij. "Je kunt nog wel een los treinkaartje kopen, maar het is nog best een uitzoekwerk om erachter te komen wat je allemaal geregeld moet hebben."[3]
- Het woord uitzoekwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Het dosseir” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Weblink bron “Een week op pad in de EU: vijf apps, vier tests en 180 euro aan kosten” (zondag 11 juli 2021, 10:15), NOS
- ↑ Weblink bron “NS start grotere proef met inchecken met betaalpas en mobiel” (vrijdag 12 augustus 2022, 13:40), NOS