uitzendorganisatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·zend·or·ga·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitzendorganisatie uitzendorganisaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

uitzendorganisatie v [1]

  1. is een intermediair bedrijf op de arbeidsmarkt. Het bemiddelt tussen mensen die (tijdelijk) werk zoeken (de uitzendkracht) en bedrijven die (tijdelijk) mensen nodig hebben (de inlener).
     Deurwaarder Wisseborn: "In de uitzendbranche werken mensen onregelmatig en hebben vaak een wisseling in hun inkomen. Daar worden ze dus regelmatig met loonbeslagen geconfronteerd". Randstad, de grootste uitzendorganisatie van Nederland, zegt desgevraagd geen informatie over loonbeslag te willen geven.[2]
     Uitzendorganisatie Randstad heeft in het derde kwartaal zowel de omzet als de winst zien stijgen met 19 procent. De omzet kwam uit op bijna 3,8 miljard euro en de nettowinst op 72 miljoen.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Loonbeslag treft ook werkgevers” (Maandag 13 augustus 2012, 07:45), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Goed derde kwartaal voor Randstad” (Donderdag 28 oktober 2010, 08:10), NOS