uitschenken
- Geluid: uitschenken (hulp, bestand)
- uit·schen·ken
- samenstelling van uit en schenken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitschenken |
schonk uit |
uitgeschonken |
klasse 3 | volledig |
uitschenken [1]
- overgankelijk schenken (vanuit een houder)
- Het woord uitschenken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.