stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
typecasten
typecastte
getypecast
zwak -t volledig
  • type·cas·ten
  • uit het Engels

typecasten

  1. een bepaalde acteur of actrice altijd een bepaald soort rol laten uitbeelden
    • Al voordat ze de rol van Xenia Onatopp in de 007-film op zich heeft genomen, was ze ermee bezig om zich niet getypecast te laten worden. „Voordat ik een actrice was, was ik een model. Ik wilde van het stereotype van model-wordt-actrice afkomen door op het hoogtepunt van mijn carrière naar de universiteit te gaan. Daarna ging ik terug naar acteren om met een schone lei te beginnen.” [1] 
    • Maar ik heb geen enkele behoefte om me te laten typecasten als boosmevrouw, omdat de ophefmachine iedere week weer nieuwe onderwerpen nodig heeft. Ik heb geen zin om me te laten reduceren tot clickbait. [2] 
77 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[3]