Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·per·soons
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van twee en persoon met het achtervoegsel -s

Bijvoeglijk naamwoord

tweepersoons

  1. bedoeld voor twee personen
    • We hebben een tweepersoons luchtbed gekocht. 
     Ik koos uiteindelijk voor de Duplex van Zpacks, een ruime tweepersoons enkelwandige, cuben fiber tent van nog geen 700 gram.[1]
  2. bestaande uit twee personen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers