tweehonderdzevenendertigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·ze·ven·en·der·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het tweehonderdzevenendertigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdzevenendertig

Gangbaarheid