tweehonderddrieënveertigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·drie·en·veer·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderddrieënveertigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderddrieënveertig

Gangbaarheid