tweede-eeuwer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- twee·de-eeu·wer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tweede en eeuw zn met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweede-eeuwer | tweede-eeuwers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tweede-eeuwer m
- iemand die in de tweede eeuw heeft geleefd
Gangbaarheid
- Het woord tweede-eeuwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.