tweeënzeventigjarig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tweeënzeventigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtwejənˌsevə(n)təxˌjarəx / (7 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'tweeënnegentigjarig': /ˈtwejənˌzøvəntəxˌjarəx/
Woordafbreking
- tweeën·ze·ven·tig·ja·rig, twee·en·ze·ven·tig·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende afleiding van tweeënzeventig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | tweeënzeventigjarig |
verbogen | tweeënzeventigjarige |
partitief | tweeënzeventigjarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
tweeënzeventigjarig
- 72 jaren durend
- Gedurende dit tweeënzeventigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 72 jaar
- Bij de brand viel helaas een tweeënzeventigjarig slachtoffer.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'tweeënzeventigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.