tutterig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tut·te·rig
Woordherkomst en -opbouw
afleiding van tut met het achtervoegsel -erig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tutterig | tutteriger | tutterigst |
verbogen | tutterige | tutterigere | tutterigste |
partitief | tutterigs | tutterigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tutterig [1]
- saai, burgerlijk, kinderachtig en al te voorzichtig m.n. als het gaat over wat oudere vrouwen
- Het is alsof ze de camera op je eigen tutterige burgerbestaan richten en zeggen: kijk eens, kijk eens goed, is dat wat je wilt, leven met gesloten ogen? Ze tonen een werkelijkheid waarin de mens vervreemd is van zichzelf en zijn omgeving. Hij is een kantoorslaaf of een handelaar in cryptische patenten, verdient geld met telefoneren en de computer aanzetten. [2]
- De kostuums zijn simpel: witte, een beetje tutterige jurkjes voor de vrouwen, witte overhemden en zandkleurige broeken voor de mannen. Wat stoelen aan de zijkant en een uit de lucht dalend object met kleine lichtjes vormen het toneelbeeld. [3]
- Als Elsbeth en Ton denken dat ze op déze manier de volksgunst ten aanzien van Máxima in haar tegendeel kunnen doen omslaan, kan met zekerheid worden gezegd: dat lukt ze nooit! Zó truttig en tutterig is zelfs het truttendeel van de natie niet, wát dat ook moge zijn (Van Dale kent het woord niet). [4]
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord tutterig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Dana Linssen 27 april 2007 Langzaam als geuzennaam
- ↑ NRC Ine Rietstap 5 januari 1996 Broze 'Waterzooi' van Maguy Marin; Danstheater met mini-piano, trom en mondharmonica
- ↑ NRC R. Siertsema 27 april 2001 Máxima