En turkis.
Een turkoois.
  • tur·kis
Naar frequentie > 50000

turkis

  1. (kleur) turkooizen, turquoise
    «De ultimate sommerfargene er turkis og korall.»
    De ultieme zomerkleuren zijn turquoise en koraal.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud turkis turkisere turkisest
o enkelvoud turkis
meervoud turkise
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
turkise turkisere turkiseste

turkis m

  1. (mineraal) turkoois
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   turkis     turkisen     turkiser     turkisene  
genitief   turkis'     turkisens     turkisers     turkisenes  



  • tur·kis

turkis

  1. (kleur) turkooizen, turquoise
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud turkis turkisare turkisast
o enkelvoud turkis
meervoud turkise
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
turkise turkisare turkisaste
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   turkis     turkisen     turkisar     turkisane  

turkis m

  1. (mineraal) turkoois