Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tur·bo·dij·en
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - turbodijen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de turbodijenmv

  1. (anatomie) zwaar gespierde dijen, meestal van sporters
     Je moet slim zijn op de houten baan en goed kunnen sturen, maar zonder turbodijen win je geen regenboogtrui.[1]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Wilfried de Jong
    “Wielerdijen als varkenspoten” (3 maart 2019) op nrc.nl