Nederlands

 
Tuinkers
Uitspraak
Woordafbreking
  • tuin·kers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuinkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tuinkersv / m

  1. (plantkunde) bepaalde cultuurplant Lepidum sativum   uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae of Cruciferae)
    (wikidata: tuinkers  )
  2. (voeding) eetbaar kruid Lepidum sativum  
    Tuinkers wordt voornamelijk rauw gebruikt in salades en als garnering van broodjes en koude voorgerechten. Het verliest echter zijn smaak als de plant gedroogd wordt en kan daarom alleen vers gegeten worden.
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be