tuinhek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tuinhek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tuin·hek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tuin  en  hek 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tuinhek	tuinhekken
verkleinwoord	tuinhekje	tuinhekjes

Zelfstandig naamwoord

het tuinhek o

1. Omheining van een tuin in den vorm van een hek, of de beweegbare afsluiting van een opening in de omheining van een tuin.

Gangbaarheid

• Het woord tuinhek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tuinhek" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.