Nederlands

 
de Erasmusbrug is een tuibrug
Uitspraak
Woordafbreking
  • tui·brug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuibrug tuibruggen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tuibrugv / m

  1. (bouwkunde) een aan kabels opgehangen brug waarbij de kabel direct van de toren naar het wegdek lopen
    • Ook de episode van gisteravond, over de bouw van een drie kilometer lange tuibrug over de Golf van Korinthe, had als vrouwelijke bijrollen slechts twee dames die aan de voet van de brug in spaarzame bikini lagen te zonnen[1] 
    • Een vlakke brug of een tuibrug met een of meer pilonen. En ook de vertrouwde boogbrug mag best. Belangrijk is het zicht vanaf de rijweg en de fiets- en voetpaden op de omgeving. Hoewel zeker de passerende automobilist ondertussen ook enige aandacht aan het verkeer zal moeten besteden.[2] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Standaard 27 MEI 2015 Hilde Van den Eynde
  2. Tubantia 26-JULI-2016